Vier weken verder!

3 december 2013

Beschrijving van een wandelingetje naar de uni:

Nadat we drie stappen de deur uit zijn begint het al. ‘Good morning! How are you?’ Nog vol energie reageer ik ‘I’m fine, thank you, how are you?’. ‘Also fine, have a nice day!’. De guard is altijd in een goed humeur. Zo’n twintig meter verder, onderaan het bergje waarop we wonen komen de eerste kinderen al aanrennen. ‘You, you, you, ferenge, ferenge’ Sommige aarzelend, maar anderen erg brutaal raken ze mijn arm aan en bieden ze mij hun hand aan. Als ik in een goed humeur ben, geef ik ze een hand, zeg ze vriendelijk gedag en vraag hoe het met ze gaat. De reacties zijn op te delen in drie categorieen:

1. Haha, ferenge, amarenja (zoiets als, haha, deze buitenlander kan Amhaars)

2. Ze blijven gewoon doorgaan met ‘you you ferenge’ roepen, alsof ik niets gezegd heb

3. Ze vragen om iets. Geld, chocolade, een bal, of wat dan maar net zichtbaar is in mijn tas (varierend van een plastic zakje tot mijn trouwring)

Er is zelfs een clubje kinderen dat speciaal ter eren van ons een liedje heeft gecomponeerd. Het gaat zo ‘you you fereng; you you fereng’ etc. tot en met de grens van hoe ver ze mogen lopen van hun moeder.

Iets verderop zijn de kinderen iets claimender. Zodra ze je zien schreeuwen ze ‘money, money’, soms al van 50 meter afstand. Gelukkig zijn daar ook iets meer studenten die begrijpen dat we dat niet fijn vinden. Ze gooien met stenen of ze spreken de kinderen streng aan op hun gedrag. Vervolgens willen die studenten meestal wel een praatje met me maken. Zij hebben me immers ‘gered’ van het gepeupel. Omdat hun Engels meestal goed genoeg is om wat beleefdheden en namen uit te wisselen ben ik daarmee wel 5 minuten zoet. Daarna loop ik wat sneller door, want ik ben meestal aan de late kant.

Inmiddels ben ik aangekomen op de weg waar veel motors en bajas zijn. In het begin stopten ze allemaal nog voor mijn blanke huid, maar inmiddels weten de meesten dat ik het liefst loop. Vandaag kwam een man op een motor naast me rijden en hij vroeg waarom ik toch nooit gebruik maakte van het openbaar vervoer. Ik zei dat ik liever loop, maar dat, als ik echt haast heb, hem zou vragen. Hij glunderde, en zei: ‘Bijzonder, je praat wel gewoon met ons, dat doen de meeste ferenges niet!’. Dat was een leuk compliment! 

Een eindje verderop huilt een kindje van ongeveer twee jaar oud. Een grote knul staat er een beetje onzeker bij. Tot hij mij ziet verschijnen. Hij draait het hoofd van het jonge kindje in mijn richting en zegt: ‘Kijk! Een ferenge!’ Meteen fleurt het kindje op en rent naar me toe. Was het troosten van een kind in Nederland maar zo makkelijk ‘Kijk, daar, een zwarte man!’. Of gebeurt dat nu met zwarte piet?

Ik nader het universiteitsterrein waar de studenten duidelijk op de hoogte zijn van moderne liedjes. Als ik niet reageer op hun ‘Hey!’ en ‘You you’ proberen ze andere dingen zoals ‘Baby, I love you’ of zelfs ‘I’m sexy and I know it’. Heel erg ongemakkelijk. In Nederland zou iedereen zich ervoor schamen, maar hier is het kennelijk geaccepteerd om een lolletje te maken met en over buitenlanders. Ze bedoelen het in ieder geval goed, want als ik een half uurtje later de studenten uitleg hoe ze data in moeten voeren zijn ze heel aardig. Ze dragen de beamer voor me, ze pakken mijn tas in en ze ruimen het lokaal op, allemaal vrijwillig!

Eigenlijk is het zo met iedereen hier. Een buitenlander is bijzonder, dus die geef je aandacht. Wat soms erg brutaal of claimend overkomt is vooral zo uit onwetendheid. We hebben daarom wat antwoorden bedacht om ongewenste aandacht te voorkomen. ‘Zimnebeloe’ is houdt je mond en ‘Jellem birr’ is ‘k heb geen geld. Jan Dirk past helemaal een creatieve toe. Als kinderen om geld vragen, vraagt hij het hen ook. Het is hem overigens nog niet gelukt om daarmee geld te verdienen.

Jan Dirk

De rest van de blog lag al twee weken klaar – dit stukje was de bottleneck. Dat zegt iets over m’n bezigheden: ik heb het wat drukker dan normaal gehad. Dit komt, omdat er eindelijk een soort van overeenkomst tussen Wageningen UR en Arba Minch Universiteit kwam, waardoor ook ik op het laboratorium hier kon komen. Zodoende kon ik, naast de gewone metingen van Black Carbon en Koolstofdioxide (CO2), nu metingen van Stikstof dioxide (NO2) gaan doen – daarvoor heb je een laboratorium nodig. Voor de meeste metingen bezoeken we 1 huis op een dag. Tekalign informeert zo’n huis van tevoren wanneer we komen. Voor NO2 bezoeken we meerdere huizen tegelijk – we hebben zo’n 40 ‘meetinstrumentjes’, die we dan op kunnen hangen. Op de NO2-meetdagen ben ik er direct achter gekomen hoe wisselend de kook-momenten zijn – het was erg ingewikkeld om voldoende huizen te vinden waar we tegelijk konden meten. Dan zijn ze bijvoorbeeld van plan te gaan koken voor lunch, maar als je later terug komt heeft ze toch bedacht te gaan wassen bij de rivier en pas ’s avonds te gaan koken. Of ze zullen toch echt binnen een half uur gaan koken – maar na een uur zijn ze nog steeds iets anders aan het doen. In planning zou hier nog heel wat kunnen veranderen!

Geertje

Ik heb mijn eerste lessen gegeven! Na zo lang wachten is dat echt heel leuk om te doen! Allereerst ging ik bij een les meekijken. De Ethiopische docenten herhalen alles wat ze in het Engels zeggen ook in het Amhaars. Mede daarom blijft het niveau Engels erg laag. Ik moet oppassen dat ik niet te snel praat en dat ik alleen simpele woorden gebruik. Tijdens de klassikale uitleg is dit lastig, maar als de studenten aan de slag gaan achter de computer heb ik echt leuk contact met hen. Het geeft me energie en veel plezier. Hun computer vaardigheden zijn echter bedroevend slecht. Ik moest zelfs uitleggen hoe je een computer af kunt sluiten. Heel uitdagend om aan dezelfde studenten uit te leggen dat in een dataset de kolommen voor variabelen gebruikt worden en de rijen voor observaties. Ik hoef in ieder geval niet bang te zijn dat ze niets meer van me kunnen leren – hopelijk is dat wel zo als ik wegga.

Verder

Muggencompetitie: 300 (G) - 299 (JD) Voor een echt cultureel momentje ‘getsie wat vies, maar dat mag ik niet laten weten’: neem een bakje koffie, en doe er een klont roomboter (en eventueel extra zout) in. Jan Dirk sloeg het tweede bakje toch maar af…

In Dorze (een plaatsje hoog in de bergen) mochten we niet rondlopen zonder een ticket gekocht te hebben. Waar het ticket precies voor was, was niet duidelijk. Gelukkig heeft Thomas via de telefoon uitgelegd dat we geen toeristen zijn en mochten we gratis daar de economie komen stimuleren.

In Dorze spraken we een wiskundeleraar en zijn leerling die samen op vrije dagen khat (een drug) consumeren. ‘Maar in de les ben ik wel echt zijn leraar hoor’, zei de wiskundeleraar.

Harry is helaas kwijtgeraakt

Foto’s

5 Reacties

  1. De Lansertjes:
    4 december 2013
    Leuk om weer wat over jullie te lezen. Koffie met roomboter...ik ga het ook eens proberen ;).

    Jammer van Harry, hij is vast naar Horst gelopen. Lies heeft daar van alles vastgehad: Skink, vogelspin, slang e.d. ..
  2. Jelmer:
    6 december 2013
    Haha, het duurde even voordat ik door had dat het eerste deel geschreven was door Geertje... ;) Succes met de laatste weken!
  3. Gesineke:
    7 december 2013
    Wat leuk om allemaal te lezen! Ben heel benieuwd naar jullie verhalen als je terug bent!
  4. Manuel en Netty Louwerse:
    17 december 2013
    Ik geniet van jullie verhalen en belevenissen! Zo te lezen worden jullie heel wat ervaringen rijker....
    Tja, zwarte piet mag hier eigenlijk ook al niet meer......
    In december in je badpak buiten lopen: heerlijk zeker die warmte daar!
    Veel succes met alles!
  5. Gerteke:
    20 december 2013
    Hoi Geertje,
    Ik weet niet of je je mail daar ook gewoon kunt lezen, en of ik je goede mail adres nog heb, daarom maar zo: Van Harte Gefeliciteerd met je verjaardag!! Een hele fijne dag en geniet nog van jullie tijd daar! Zal wel weer eens wat anders zijn om je verjaardag niet in de kou, maar met een zonnetje te vieren!;)
    Groetjes, Gerteke